Frankrijk is een mooi vakantieland en de Fransen zelf zijn eigenlijk ook best wel oké. Zo lang je ze maar op de juiste manier aanspreekt. Ze zijn namelijk wat minder direct, ingetogener en formeler. Als je ze hoffelijk begroet door een zin met Madame of Monsieur te eindigen en hun een fijne dag toewenst in het Frans, zullen ze daar altijd positief op reageren. Daar hoef je geen Frans taalwonder voor te zijn. U kunt helemaal potten bij ze breken als u ook nog eens van lekker eten en een goed glas wijn houdt. Dat weten ze daar, net als in België, wel te waarderen.
Zo ook tijdens onze vakantie in Bretagne. We hadden een mooie, maar enigszins grote ´De Waard-tent´ in bruikleen van vrienden. Nou, dat hebben we geweten! Het opzetten ervan was een crime met al die stokken, haringen en lijnen, bij temperaturen van +30°C, in de brandende middagzon. Gelukkig deed het idyllische uitzicht van onze campingplek alle ellende van het opzetten snel vergeten. Tussen de camping en het strand lag namelijk een prachtige lagune met watervogels, lelies etc. We besloten nog snel een rondje om het meer te lopen voordat we gingen tafelen in een leuk restaurantje dat we vlak voor aankomst hadden gespot. Drie kwartier later kwamen we er, tot onze verbijstering, achter dat het meer overging in een zompig moeras. Omdat we honger hadden, besloten we niet terug te lopen maar de kortste weg naar onze camping te nemen. Die liep linéa recto, dwars door het moeras naar de overkant. Van pol tot pol, met soms een misstap, waardoor we geregeld tot onze liezen in de blubber zakten, kwamen we uiteindelijk aan op onze standplaats. Onze kleren die we speciaal voor culinaire uitstapjes bij ons hadden, zaten onder de modder en dan was er ook nog eens geen tijd meer voor een uitgebreide, warme douche. Meer dan snel modder afspoelen en vervolgens onze vakantiekloffie met slippers aantrekken, zat er niet meer in. U zult begrijpen dat ons humeur inmiddels tot onder het nulpunt was gedaald.
Om 23.00uur arriveerden we bij het restaurant. Ik kan me niet herinneren dat onze verschijning bij binnenkomst ooit zo’n stilte teweeg heeft gebracht als toen die avond in Bretagne. We kwamen als twee verlopen katjes binnen, verkleumd tot op het bot, met onze haren nog in de war. Ik vrees dat we ook niet al te fris meer roken. We verontschuldigden ons voor het late tijdstip en legden in zo goed mogelijk Frans uit wat ons was overkomen en dat we heel graag in hun mooie restaurant nog wat wilden eten. Na enige aarzeling, kregen we gelukkig een tafeltje van de gastheer aangeboden. Het was een sjiek restaurant dat er veelbelovend uitzag. Binnen was het aangenaam warm en sfeervol en de bediening was top. Op goed geluk wezen we snel twee voorgerechten en hoofdgerechten op de kaart aan zodat ze er in de keuken meteen mee aan de slag konden gaan én wij zo snel mogelijk te eten hadden. We hadden namelijk hongerklop en lusten wel wat. Het aperitief en het eerste wijntje hadden al snel hun uitwerking. Als we in Frankrijk zijn, zeggen we: ´Vive la République!´, tijdens het toosten. De nog aanwezige gasten en het personeel schoten allemaal in de lach en het werd nog gezellig ook. Al helemaal toen we ons eerste gerecht kregen. Nu moet u weten dat mijn vrouw alles lust, zo lang het maar geen rauwe vis is. Laat ze nou net rauwe sardientjes voorgeschoteld krijgen….
Het hoofdgerecht bestond vervolgens uit een enorm bord met schaal- en schelpdieren waaronder een uit de kluiten gewassen Noordzeekrab en zeeslakken die je er met een naald uit moest zien te peuren. Er komt dan een lange sliert slak uit die, als het even tegenzit, om je vinger gaat krullen nadat je hem eruit hebt getrokken. Voor mijn vrouw was dit de druppel die haar eetlust definitief deed ontnemen. Het hele restaurant kreeg de slappe lach en zelfs de chef kwam om het hoekje kijken om vervolgens vrolijk mee te lachen om die malle Hollanders. Zelf heb ik die avond heerlijk gegeten maar ik betwijfel of dit voor mijn vrouw ook het geval was.