Een leuk neveneffect van het schrijven van een kookcolumn is dat je soms aangenaam wordt verrast door je lezers. Twee weken geleden werd ik gebeld door Hanny Veldman uit Soerendonk. Hanny maakt haar eigen medicijnen uit natuurlijke produkten op een verantwoordelijke manier. Dit is haar hobby en grote passie. Hier gaat ze heel ver in. Tot zalfjes aan toe! Om zalfjes te maken is pectine nodig; een soort geleermiddel. Deze pectine haalt Hanny uit pitten van Kweeperen die ze in haar tuin heeft hangen. Aangezien het een enorm monnikenwerk is om pitten te halen uit kweeperen besloot Hanny het dit jaar eens over te slaan en mij te verrassen met 2 grote kisten vol met Kweeperen. Bedankt Hanny daar weet ik wel raad mee!
Kweeperen komen oorspronkelijk uit Perzië. Vandaar belandden ze in Kreta. De Romeinen introduceerden ze vervolgens in Europa. Daar werden Kweeën bekend onder de naam ‘Mélon kydonion’ wat betekent: appel uit een streek van Kreta. In het oude Griekenland was kwee het symbool voor liefde, geluk, wijsheid, schoonheid en eeuwigheid. Het was de vrucht van Aphrodite (Godin van schoonheid en liefde) en Gaia (Godin van de aarde). In Middeleeuwen stond de Kwee bekend als één van de meest populaire vruchten. Ook in Arabische landen wordt deze vrucht zeer gewaardeerd. Tegenwoordig is de Kwee nog maar bij weinig mensen bekend. Jammer want je kunt er heerlijke dingen meedoen in de keuken. Er worden trouwens ook seksuele kwaliteiten aan toegedicht. De geur schijnt effect te sorteren…
De kwee lijkt op een peer maar is hier geen ondersoort van. Het is een stugge vrucht met een dun/zacht schilletje met een donslaagje erop. Je kunt hem niet rauw eten zoals een appel of een peer omdat er veel tannine in zit. Je kunt ze wel verwerken tot bijvoorbeeld compotes en sauzen. Dit is echt niet moeilijk en geeft een fantastisch resultaat.
Kwee is niet uitgesproken zoet maar wel fris en heeft een vol aroma. Het vruchtvlees heeft een mooie structuur. Hierdoor kun je ze prima combineren met hartige en scherpe (peperige) gerechten. Vooral bij wildgerechten en stoofschotels komt een Kwee goed tot zijn recht. Laat ze maar lekker mee sudderen. Ook bij vette gerechten komen ze goed van pas want de tannine in de Kwee breekt vetten af! Of verwerk eens wat kweeperen door de appelmoes. Kweeën zijn tot slot ook zeer geschikt om er marmelades en chutneys van te maken. Dit komt doordat er zeer veel pectine (geleermiddel) in zit.
Kweeperen marmelade
1,5 kilo kweeperen / 1,5 kilo water / 750 gram suiker / 1 citroen / 1 kaneelstok / (1 el kardemon)
Het is, vanwege het dunne schilletje, niet nodig om kweeperen te schillen. Verwijder wel eerst het donslaagje met een papiertje en was ze goed. Daarna kun u er het klokhuis ruim uitsnijden. Gooi de klokhuisresten niet weg want hier zit nu juist de pectine in! Zet ze onder water en kook ze een uurtje met rasp én sap van een citroen en een kaneelstok. Vervolgens kunt u dit zeven. Het geparfumeerde vocht dat overblijft is lekker dik (de grofgesneden kweeperen kunt u trouwens het best – tot de klokhuizen zijn gekookt - bewaren in wat water met citroensap. Hiermee voorkomt u dat ze bruin kleuren). Kook ze vervolgens 10 minuten, voeg de suiker toe en kook ze nog eens 60 minuten op laag vuur met deksel van de pan. Als er een mooie rode kleur ontstaat bent u klaar.