De Bourgondiërs komen oorspronkelijk uit Scandinavië. Vele omzwervingen en veldslagen later, vestigden zij zich ten tijde van de Grote Volksverhuizingen (5de eeuw), via Polen (1ste eeuw), definitief in het oosten van Frankrijk. Hier werden zij een machtsfactor van betekenis. Na deze periode vermengden zij zich geleidelijk met de Franken en andere volken. Hun vestiging in Frankrijk werd uiteindelijk mogelijk doordat de Romeinen vanaf de vijfde eeuw niet meer in staat waren om hun grenzen te verdedigen.
In de late middeleeuwen maakten de Bourgondiërs zich ook meester van de welvarende Nederlanden. Zij smeedden van ons gebied een eenheid met autonome rechten voor de bevolking en gaven sjeu aan het leven van de ‘Lagelanders’. Hier mogen we ze dankbaar voor zijn! Omdat u de moeite neemt om deze column te lezen, bent u wellicht ook een levensgenieter die van goed eten, drinken en op zijn tijd een flink feest (zoals carnaval) houdt. Onze voorliefde voor een Bourgondische levensstijl komt voor een deel overeen met de overdadige luxe en weelderige levensstijl van het Bourgondische hof dat in de 15de eeuw verplaatst was naar Brussel, toen één van de rijkste steden van West-Europa. Het rijke gastronomische erfgoed van Vlamingen, Brabanders en Limburgers valt hier waarschijnlijk door te verklaren.
Tegenwoordig is Bourgondië (Bourgogne) slechts nog een Franse regio met Dijon als centrum. De beste wijnen van Frankrijk en beroemde klassiekers zoals Coq au Vin komen hier vandaan. Á la Bourguignonne staat voor diverse gerechten die met rode wijn zijn bereid. Hierbij kunt u denken aan bereidingen met gepocheerde eieren, vis, gebraden kip en rundvlees. Het bekendst is de Boeuf Bourguignon. Bij dit vleesgerecht hoort een garnituur van champignons, spekjes en uitjes. Serveer met groenten en aardappels, rijst of pasta.
250 g mager spek / 1 kg stoofvlees / 25 gram bloem / 1 el tomatenpuree / 250 g zilveruitjes, bij voorkeur vers / 500 g champignons / 2 knoflooktenen, grofgehakt / (1,5 dl cognac) / 2,5 dl rode wijn (Bourgogne of Beaujolais) / 2 laurierbladen / 3 takjes peterselie / 4 takjes tijm / peper / 25 gram roomboter, in bevroren blokjes
Zet de in kleine blokjes gesneden boter weg in de diepvries. Snijdt het spek in dobbelsteentjes van 1 cm en bak ze op laag vuur uit. Verwijder het vet want dit is niet zo gezond voor u. Snijdt het stoofvlees in blokjes van ongeveer 2,5 cm en braadt ze bruin met een klontje boter, de bloem en de tomatenpuree. Voeg de uitjes toe en iets later de champignons (u kunt ook andere paddenstoelen gebruiken want deze zijn vaak nog lekkerder) en de knoflook. Na een paar minuten kunt u de wijn, cognac, kruiden en peper toevoegen (geen zout want dit zit al voldoende in het spek). Laat het 3 uurtjes sudderen op laag vuur met de deksel op de pan en meng er op het allerlaatste moment - doe dit wel geleidelijk - de ijskoude blokjes boter door. Dit noem je opmonteren. Hierdoor wordt de saus dikker en gaat mooi glanzen. De smaak wordt bovendien zachter en voller. Doen want dit maakt echt veel verschil!